Voorproefje

Een paar fragmenten.

“De afgelopen jaren schreef ik over de liefde. Hoe ik hem met en aan jou beleefde. Over de liefde ten tijde van je aangekondigde dood. De zoektocht naar de liefde na jouw dood en hoe die zich verhoudt tot mijn leven nu.”

“Voordat jij ziek werd leefden we in een leven waarin we lekker aan de gang waren om die liefde op allerlei terreinen te ontdekken, te verdiepen en te laten bepalen. Dáár kwamen we vandaan en de grote uitdaging ten tijde van je ziekte was om ons leven nog steeds om de liefde te laten draaien. Om ook toen wat was en wat zal zijn, ondergeschikt te laten zijn aan wat is.”

“Een mens is groter dan ziekte en de Liefde groter dan de dood”, schreef ik op de kaarsenzak voor de Samenloop voor Hoop in Groningen (een 24-uurs estafette van de KWF). Deze tekst vat voor mij samen wat we meemaakten ten tijde van jouw ziekbed en wat ik later sinds jouw overlijden ervaar.
Voor ons was het van groot belang om ons telkens weer even helemaal met elkaar te verbinden. Ogen, handen verstrengeld in stil contact. Dan wisten we weer waar de ander zat, dat we samen waren, wat ons te doen viel.
Ondanks de rollercoaster waar we in zaten, toch steeds weer voor onszelf en met elkaar bepalen wat wezenlijk van belang was. Wat we ieder voor zich en samen nodig hadden om dat ook te kunnen leven. Wat was ballast of waren hobbels waar we overheen moesten? Wat waren klippen die we moesten zien te omzeilen? Onze tijd was kostbaarder dan ooit geworden en we hadden maar één kans om dit traject samen af te leggen.”

“Toen jij stierf was het aan mij om uit te zoeken waar de liefde is, nu mijn geliefde er niet meer is om mij er dagelijks toe uit te dagen. Ik mis je misschien nog wel het meest in alle kleine dagelijkse dingen, als ik gewoon aan de gang ben. En juist daar waar de rouw het rauwst is, blijkt de plek te zijn waar jouw liefde het sterkst aanwezig is. Jouw liefde in mij doorwerkt, verandert, inspireert en voelbaar is.”

Evenwicht?
Soms voelt het of ik gek word,
niet van verdriet of pijn.
Maar door leeg en uitgehold te zijn,
doe ik onszelf te kort.
Ik zit in een toneelstuk,
waarvan het script zich schrijft.
De dag vult zich vanzelf wel
met van alles en met niets.
Een buitenkant, niet dieper dan m’n vel.
En van binnen kolkt er iets,
dat altijd over jou gaat,
dat zoekt naar hoe Ons doorgaat.
Hoe ik een evenwicht bereik,
als ik naar binnen én naar buiten kijk.

Evenwicht
Lief, de zon was lekker,
de was kon aan de lijn.
’n Specht hakt als een wekker,
de geiten mogen er weer zijn.
De ruimte en de weidsheid,
vullen zich met je aanwezigheid.
In alles maar het meest in sfeer,
daar vind ik je dan weer.
Zo intens afwezig.
Zo intens gemis.
Zo intens aanwezig.
Zo, het is weer wat het is.